maandag 3 mei 2010

Terug naar Geld zoals Geld bedoeld is


Iedereen weet dat er in het allereerste begin ruilhandel bestond. Jij bakt een brood voor mij en ik geef je een liter melk van mijn geit, bij wijze van spreken.

Het schijnt dat men later als ruilmiddel met zout ging betalen. Het woord salaris komt van het Latijn sal = zout. De Romeinse soldaten kregen hun salaris in een hoeveelheid zout uitbetaald. Ik geef je een ons zout en ik krijg van jou een liter geitenmelk. Met hetzelfde onsje zout ga jij bij de bakker een brood halen. Weer bij wijze van spreken.

Zout was in die tijd redelijk kostbaar. In andere gebieden betaalden ze met schelpen, of met goud bijvoorbeeld. Goud is al meer dan een paar duizend jaar een kostbaar goed. We weten dat er later met gouden munten werd betaald. Soms hakte men een stukje van de munt af, als er wat minder goud betaald moest worden. In het begin, toen er papieren geld kwam werd er niet meer geld gemaakt dan dat er goud was, waardoor het geld gedekt was.

Nog steeds hebben banken goudstaven, maar eigenlijk is dat maar voor de schone schijn. Niet meer dan 10 % van het geld dat er in de wereld omgaat is gedekt door goud.

Er is een beweging op gang van mensen die er genoeg van hebben dat ze betalen met waardeloos geld. Door de inflatie wordt dat geld steeds minder waard.

Ook de waarde van goud schommelt. Maar goud blijft goud en het is waardevol. Geld is maar papier. Voorheen waren het mensen die flink wat geld over hadden die goud kochten. Nu is het echter mogelijk papieren geld in te wisselen voor goud per halve gram of per gram. Het grammetje goud zit in een plastic kaart. Op 4000 plaatsen in Duitsland kun je al boodschappen doen met echt goud, met een goudkaartje!


Halve gram goud in kaart! Op de achterkant certificaat met serial nummer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Template by bloggertheme